Beleg van Binche
Het Beleg van Binche was tijdens de Tachtigjarige Oorlog een belegering door een Frans leger op de stad Binche van 22 september tot 7 oktober, 1578, onder leiding van Anjou.
Beleg van Binche
| ||||
Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog | ||||
Beleg van Binche. (collectie: Rijksmuseum Amsterdam) | ||||
Datum | 22 september - 7 oktober, 1578 | |||
Locatie | Binche, Graafschap Henegouwen | |||
Resultaat | Staatse overwinning | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
|
Achtergrond
Troepen van Don Juan en Parma hadden eerder dat jaar Nijvel en Binche onder het Spaanse gezag terug gebracht. Enkele weken na de slag bij Rijmenam op 1 augustus was Don Juan plotseling ziek geworden, waardoor hij op 1 oktober stierf en verdere militaire ondernemingen gestaakt werden.[2] Anjou had om tienduizend man voetvolk en tweeduizend ruiters verzocht, maar er werden uiteindelijk dertienhonderd man voetvolk en vijfhonderd ruiters tot zijn beschikking gesteld. Anjou verwierf de eretitel "Beschermer der Nederlandse Vrijheid" van de Staten. Hij verklaarde de oorlog aan Don Juan en ging Binche belegeren.[1]
Beleg en nasleep
De stad werd met een bestorming ingenomen, de Fransen doodden iedereen binnen de stad die gewapend was.[2] De soldaten waren zeer teleurgesteld dat er verder niets voor hen te plunderen viel. Ziektes zoals de pest die in de streek heersten zorgden voor een moreel dieptepunt onder de troepen.[3] De soldaten roofden de kerken leeg.[2]
Na de inname van Binche ging Maubeuge volgens verdrag over aan Anjou. De Raad van Oorlog had Anjou verzocht om aansluiting te zoeken met het Staatse leger dat verwikkeld zou raken in de slag bij Gembloers.[3] Anjou dankte zijn leger echter af en keerde terug naar Frankrijk. Hendrik III keurde Anjou's bemoeienis in de Nederlanden af en liet hem opsluiten. Door Boissy d'Amboise een gunsteling, wist hem te helpen ontsnappen naar de abdij van Saint-Germain, daar wist hij via een gat in de stadsmuur uit Parijs te geraken. Zijn zus, de koningin van Navarre, wist de gemoederen tot zijn gunst te bedaren en hem te bemiddelen tot nieuwe landsheer van de Nederlanden.[1] Met de Vrede van Aken werden Binche (en andere steden) door de Spanjaarden afgestaan aan Frankrijk. Desondanks werd de stad met haar rechtsgebied (eenenvijftig burchten en dorpen) teruggegeven aan het Spaanse Rijk met het sluiten van de Vrede van Nijmegen.[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|