uilskuiken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uilskuiken (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈœʏ̯ɫsˌkœʏ̯kə(n)/, /ˈʌʏ̯ɫsˌkʌʏ̯kə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈœːlsˌkœːkə(n)/
Woordafbreking
- uils·kui·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uil en kuiken met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uilskuiken | uilskuikens |
verkleinwoord | uilskuikentje | uilskuikentjes |
Synoniemen
- [2] boerenlul, dombo, domkop, dommerik, domoor, drol, droplul, druiloor, eend, eendenkuiken, ei, eikel, ezel, ezelsveulen, flapdrol, gehaktbal, hals, hansworst, jojo, kaffer, kalf, kalfskop, koe, kuiken, kwezel, leeghoofd, minkukel, nitwit, oelewapper, oen, oetlul, oliebol, onbenul, rund, schaapskop, steenezel, stomkop, stommeling, stommerd, stommerik, sufferd, sufkont, sufkop, sufkut, uil, uilenbal, weetniet, zakkenwasser, zultkop
Gangbaarheid
- Het woord uilskuiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uilskuiken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.