sufkop
Nederlands
Woordafbreking
- suf·kop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van suf ww en kop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sufkop | sufkoppen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sufkop m [1]
- letterlijk: iemand die snel wegsuft
- (figuurlijk) iemand die weinig nadenkt
- Misschien was de handelwijze van Alves Gonçalves nooit aan het licht gekomen en had hij nog jaren zo kunnen doorgaan als niet een sufkop vanuit Madeira naar de gemeente had gebeld om te informeren of zijn rijbewijs al klaarlag, precies een uur voor hij zijn rijexamen moest doen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord sufkop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sufkop' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.