eend

[1] Twee wilde eenden: rechts een mannetje (woerd), links een wijfje ([2] eend).

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ent/; /eːnt/
Woordafbreking
  • eend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eend eenden
verkleinwoord eendje eendjes

Zelfstandig naamwoord

eend

  1. (vogels) watervogel, familie van de ganzen en zwanen Anatidae
  2. v; het wijfje van een eendensoort
    • De woerd van de Amerikaanse en Eurazische smient zijn goed in het veld te onderscheiden maar de eend niet. 
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • dat is een vreemde eend in de bijt
dat is iemand die niet past in de groep
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord eend eende

Zelfstandig naamwoord

eend

  1. (vogels) eend
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.