flapdrol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flap·drol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flapdrol flapdrollen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

flapdrol m [3]

  1. (scheldwoord) (pejoratief) vent van niets, slappeling
    • nog in 2009 werd in het parlement een minister door een kamerlid uitgemaakt voor flapdrol 

Gangbaarheid

  • Het woord flapdrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.