onbenul

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·nul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onbenul onbenullen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onbenul [2]

  1. o volledig gebrek aan inzicht, besef, begrip
  2. v / m iemand zonder enig benul (zie hiervoor) van wat dan ook
Afgeleide begrippen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onbenul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.