koe

Een koe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koe    (hulp, bestand)
  • IPA: /ku/
Woordafbreking
  • koe
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘herkauwer, vrouwelijk rund’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • (erfwoord): Afkomstig van Oudnederlands kuo (getuigd in kuosmero ‘boter’, letterlijk ‘koesmeer’), uit Oergermaans nominatief *kōz, obliek *kū-, uit Indo-Europees *gʷéh₃-u-s, obliek gʷh₃-u-, een afleiding van *gʷeh₃- ‘weiden’.[2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord koe koeien
verkleinwoord koetje koetjes

Zelfstandig naamwoord

koe v

  1. (zoogdieren) (veeteelt) een vrouwelijk rund, ook het vrouwtje van de grote zoogdieren als walvissen en olifanten
  2. (dysfemisme) een vrouw die iets doms of lomps doet
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

De koe bij de hoorns vatten.

  • Een zaak stevig aanpakken.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Niueaans

Voornaamwoord

koe

  1. jij
  2. je


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

koe

  1. (zoogdieren) koe; een vrouwelijk rund


Tuvaluaans

Voornaamwoord

koe

  1. jij
  2. je
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.