eikel

Scheldwoord
Dit woord kan als aanstootgevend worden ervaren.
[1] eikel
[2] glans penis (eikel)

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eikel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛikəl/, /ˈɛɪkəɫ/
Woordafbreking
  • ei·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vrucht van de eikenboom’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Verouderde verkleinvorm van eik met het achtervoegsel -el.
enkelvoud meervoud
naamwoord eikel eikels
verkleinwoord eikeltje eikeltjes

Zelfstandig naamwoord

eikel m

  1. (plantkunde) vrucht van de eikenboom
    • De eikels lagen voor het oprapen. 
  1. (medisch) top van de penis
    • Met een watje en lauw water de eikel schoonmaken. 
  1. (scheldwoord), (jongerentaal) nietsnut, kluns; vervelende vent
    • Stomme eikel! 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
eikelen

eikel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eikelen
    • Ik eikel. 
  2. gebiedende wijs van eikelen
    • Eikel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eikelen
    • Eikel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord eikel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.