zakkenwasser

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·ken·was·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘sufferd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
  • samenstelling van  zak   en  wasser   met het invoegsel -en- (in de pejoratieve betekenis worden vaak de balzakken bedoeld ) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord zakkenwasser zakkenwassers
verkleinwoord zakkenwassertje zakkenwassertjes

Zelfstandig naamwoord

zakkenwasser m

  1. iemand die (juten) zakken schoonwast en weer voor gebruik gereed maakt
    • En toen ik tien jaar was, heb ik zakken gewassen. Ja, ik was een echte zakkenwasser! 
  1. (scheldwoord) (pejoratief) een sullig persoon die alles fout doet
    • Oh, die zakkenwassers! Tja, wat had je anders verwacht. 

Gangbaarheid

  • Het woord zakkenwasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.