rund
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rund (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /rʏnt/
- (Vlaanderen, Brabant): /rʏnt/
- (Limburg): /rʏnd/
Woordafbreking
- rund
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in 1377 [1]
- (erfwoord): Naast Nederrijns rint; afkomstig van Middelnederlands runt, ront, bijvormen van rint, rent, uit Oudnederlands hrind (in de plaatsnaam Hrindsalis), uit Westgermaans *hrinþiz, dat oorspronkelijk terug op een paradigma met de twee ablautstrappen nominatief *hrinþaz en genitief *hrundizaz gaat, wijzend op Indo-Europees *ḱrént-os (gen. *ḱrn̥t-és-s), afleiding van *ḱr-n- ‘hoorn’.[2] Evenals Duits en Nederduits Rind, Fries rier ‘vaars’, Noord-Fries ridder en Oudengels hrīðer, hrȳðer.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rund | runderen |
verkleinwoord | rundje | rundjes |
Zelfstandig naamwoord
rund o
- (biologie) (veeteelt) een holhoornig en herkauwend zoogdier dat vaak gehouden wordt voor zijn melk en vlees of als trekdier
- De runderen werden allemaal tegelijk gevoed.
- (informeel) een dom en onhandig iemand
- Je bent een rund als je met vuurwerk stunt!
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een holhoornig en herkauwend zoogdier dat vaak gehouden wordt voor zijn melk en vlees of als trekdier
2. een dom en onhandig iemand
Gangbaarheid
- Het woord rund staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rund' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "rund" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Guus Kroonen, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013, p. 247-8.
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ɾʉn/
Woordafbreking
- rund
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Nederduits, oorspronkelijk afkomstig van de Latijnse woorden rotundus en rota.
Bijvoeglijk naamwoord
rund
- «En stor rund veske kan man vel alltids ha bruk for.»
- Een grote ronde tas kan men altijd wel nuttig gebruiken.
- «En stor rund veske kan man vel alltids ha bruk for.»
Verbuiging
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | rund | rundere | rundest |
o enkelvoud | rundt | |||
meervoud | runde | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
runde | rundere | rundeste |
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ɾʉn/
Woordafbreking
- rund
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Nederduits, oorspronkelijk afkomstig van de Latijnse woorden rotundus en rota.
Verbuiging
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | rund | rundare | rundast |
o enkelvoud | rundt | |||
meervoud | runde | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
runde | rundare | rundaste |
Zweeds
Afgeleide begrippen
- rundning, runda, rundel
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.