schip
Clipper Stad Amsterdam
Nederlands
![]() |
Woordafbreking
- schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schip | schepen |
verkleinwoord | scheepje | scheepjes |
Zelfstandig naamwoord
schip o
- (scheepvaart) een groot vaartuig voor de verplaatsing over water
- Tussen de duinen door kan je het schip nog net zien varen.
- (bouwkunde) grootste ruimte in de lengterichting van een kerkgebouw
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. een groot vaartuig voor de verplaatsing over water
|
Gangbaarheid
- Het woord schip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schip' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.