schip

Clipper Stad Amsterdam

Nederlands

Niet te verwarren met: schepen
Uitspraak
  • Geluid:  schip    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxɪp/
Woordafbreking
  • schip
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1076 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord schip schepen
verkleinwoord scheepje scheepjes

Zelfstandig naamwoord

schip o

  1. (scheepvaart) een groot vaartuig voor de verplaatsing over water
    • Tussen de duinen door kan je het schip nog net zien varen. 
  1. (bouwkunde) grootste ruimte in de lengterichting van een kerkgebouw
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.