zendschip
Nederlands
Woordafbreking
- zend·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zenden ww en schip zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zendschip | zendschepen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zendschip o [2]
- schip met een (illegale) radio- of tv-zender
- Precies 33 jaar geleden werd de stekker uit Nederlands roemruchte piratenzender Veronica getrokken. Het laatste signaal kwam op 31 augustus 1974 om 18.00 uur het zendschip Noderney [sic!] en dat zorgde voor de nodige emotie onder de Veronicamedewerkers en miljoenen luisteraars. [3]
- Voor de kust van Den Haag komt volgens hen dit weekeinde een oud zendschip te liggen. Hiervandaan gaan volgelingen van Occupy op zenderfrequentie 107FM speciale uitzendingen verzorgen voor andere volgelingen en geïnteresseerden. [4]
Gangbaarheid
- Het woord zendschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zendschip' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- zendschip op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia R. Lutkenhaus 10 augustus 2007 Lokale omroep nu erkend ‘piraat’
- Tubantia 24 oktober 2011 Occupy Nederland zet radio-station op
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.