koopvaardijschip
Nederlands
![](../I/m/Vrachtschip_S.S._Leto_%2C_1914.jpg)
koopvaardijschip
Woordafbreking
- koop·vaar·dij·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koopvaardij en schip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koopvaardijschip | koopvaardijschepen |
verkleinwoord | koopvaardijscheepje | koopvaardijscheepjes |
Zelfstandig naamwoord
koopvaardijschip o [1]
- zeeschip voor het vervoer van handelsgoederen
- Zeker twaalf en mogelijk veertig bootvluchtelingen zijn woensdag omgekomen net buiten de kust van Libië. De rubberboot waarmee zij naar Italië waren vertrokken, begon water te maken. Een koopvaardijschip en het Duitse marineschip Schleswig-Holstein schoten te hulp. Wat er toen precies is gebeurd, is nog onduidelijk, maar een aantal bootvluchtelingen kwam in het water terecht.[2]
- Piraten hebben in de Golf van Aden voor de noordkust van Somalië maandag een olietanker gekaapt met acht Srilankaanse zeelieden aan boord. Ze eisen losgeld voor de bemanning. Het is de eerste kaping van een buitenlands koopvaardijschip in Somalische wateren sinds 2012.[3]
Synoniemen
- kustvaarder, vrachtschip, koopvaarder, hulk
Gangbaarheid
- Het woord koopvaardijschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 24 juli 2015
- Volkskrant Ben van Raaij 15 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.