inschepen
Nederlands
Woordafbreking
- in·sche·pen
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands inscepen; samenstelling van in bw en schepen ww [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inschepen |
scheepte in |
ingescheept |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inschepen
- wederkerend zich ~: aan boord gaan van een schip voor een reis ermee
- Zij scheepten zich in voor de invasie.
Vertalingen
1. aan boord gaan van een schip voor een reis ermee
Gangbaarheid
- Het woord inschepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inschepen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.