kofschip

Nederlands

[2] kofschip
Uitspraak
Woordafbreking
  • kof·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kofschip kofschepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kofschip o [2]

  1. 't kofschip:ezelsbruggetje om te bepalen hoe bepaalde werkwoordsvormen volgens de Nederlandse spelling geschreven moeten worden
    • De show draait onder meer om spelling, grammatica en spreekwoorden. ,,Over alles wat we dagelijks gebruiken en op school geleerd hebben, maar vergeten zijn. Want hoe zit het ook alweer met het kofschip? En groter als of dan? [3] 
    • Zomaar meer taal- en rekenonderwijs voor alle mbo-scholen bijvoorbeeld draagt volgens hem niet bij aan een verbetering van de arbeidsmarktkansen. „Een timmerman moet bijvoorbeeld wel iets weten van hoeken en dat een rechte hoek negentig graden is. Maar die hoeft weer niet perfect de regels van 't kofschip toe te kunnen passen. Dat is voor een secretaresse weer precies andersom”. [4] 
  1. soort historische zeilschip met 2 masten
    • Op een oud kofschip zullen scouts oude tijden laten herleven met ambachten als vis roken en touwslaan. [5] 
    • Het interieur van de Doniakerk van de protestantse gemeente te Makkum is sinds kort verrijkt met een kofschip op schaal. Het scheepje herinnert aan het vissersverleden van het dorp. [6] 
Synoniemen
  • [1] XTC-koffieshop
  • [2] fluit

Gangbaarheid

  • Het woord kofschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.