scheepsjongen
Nederlands
![](../I/m/Cabin_boy_ou_mousse_1799.jpg)
Schilderij uit 1799 dat een scheepsjongen uitbeeldt
Woordafbreking
- scheeps·jon·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schip zn en jongen zn met het invoegsel -s- met klankverandering i - ee (IPA: /ɪ/ -/e/)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheepsjongen | scheepsjongens |
verkleinwoord | scheepsjongentje | scheepsjongentjes |
Zelfstandig naamwoord
scheepsjongen o
- (scheepvaart) jongen in de tienerleeftijd, die op een schip is aangesteld om als manusje-van-alles te werken voor de rest van de bemanning
- De razende kapitein begon in het wildeweg te schieten, maar alleen de scheepsjongen liep een schampwond op.[1]
Gangbaarheid
- Het woord scheepsjongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.