zijschip
Rechterzijschip van de Antwerpse St. Joris.
Nederlands
Woordafbreking
- zijĀ·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zij en schip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijschip | zijschepen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zijschip o
- (bouwkunde) een ruimte aan de zijkant van een kerk door een rij pilaren gescheiden van de hoofdruimte
- Tijdens de drukbezochte huwelijksinzegening zaten er zelfs mensen in de zijschepen.
Gangbaarheid
- Het woord 'zijschip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zijschip' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.