vissersschip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vis·sers·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vissersschip vissersschepen
verkleinwoord vissersscheepje vissersscheepjes

Zelfstandig naamwoord

vissersschip o

  1. (scheepvaart) een voor de visvangst ingericht schip
    • Het vissersschip kwam om 10:00 aan in de haven. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vissersschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.