achterschip
Nederlands
[1] het achterschip
Woordafbreking
- ach·ter·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achter bw en schip zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterschip | achterschepen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
achterschip o [2]
- het achterste deel van een schip
- Van de wal af lijken de verschillen met een binnenvaartschip dat er naast ligt niet erg groot. Het meest opvallend zijn de twee grote gastanks op het achterschip. Die worden straks gevuld met vloeibaar aardgas van minus 164 graden. Het gas is de brandstof voor de vier gasmotoren met een gecombineerd vermogen van 1.200 kilowatt, die elektriciteit opwekken voor de voorstuwing en de elektrische installaties van het schip. Geen diesel meer en daarmee ook geen uitstoot van fijnstof meer, geen zwaveldioxide en veel minder stikstofoxiden. Het geavanceerde powermanagementsysteem zorgt er bovendien voor dat de motoren niet alleen een stuk schoner, maar ook een stuk zuiniger zijn.[3]
Gangbaarheid
- Het woord achterschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'achterschip' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- achterschip op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Joost van Kasteren 7 mei 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.