Mat '24

Materieel '24 was een serie elektrisch spoorwegmaterieel van de Nederlandse Spoorwegen. Na de komst van het elektrische stroomlijnmaterieel sinds 1935 werd de benaming van dit materieel Blokkendozen, naar het hoekige model. Sommige NS-ers en spoorwegbelangstellenden spraken steevast over "(elektrisch) buffermaterieel", ter onderscheiding van de gestroomlijnde, bufferloze elektrische treinstellen van de types Mat '35, Mat '36 en Mat '40.

Mat '24
Blokkendoos mC 9002 'Jaap'
Aantal261 rijtuigen
FabrikantWerkspoor, HAWA, Beijnes, Görlitz
Bouwjaar1924 - 1933
Spoorwijdte1435 mm
Techniek
Vermogen662 kW per motorrijtuig
Portaal    Openbaar vervoer
Verkeer & Vervoer
Elektrische trein van de NS van het type Materieel '24 te Amsterdam CS; circa 1927. Vooraan motorwagen BD 9012. Collectie van het Utrechts Archief.
Een Blokkendozen-treinstel in Station Haarlem.

Bij het ontwerp van dit materieel in 1924 werd gebruikgemaakt van de ervaringen die waren opgedaan met het eerste elektrische materieel in Nederland, het ZHESM-materieel uit 1908 dat gebruikt werd op de spoorlijn Rotterdam Hofplein - Scheveningen (Hofpleinlijn).

Kenmerken

Met de motorrijtuigen en rijtuigen werden min of meer vaste combinaties (treinstammen) gevormd, meestal bestaande uit twee motorrijtuigen in treinschakeling en twee of drie tussenrijtuigen. De motorwagens waren aanvankelijk aan één zijde voorzien van een stuurstand. Ter vergroting van de inzetbaarheid werden later ook motorrijtuigen afgeleverd die waren voorzien van een vouwbalg, met daarnaast een (naar hedendaagse maatstaven krappe) bestuurderscabine.

Door de aanwezigheid van buffers en schroefkoppelingen kon dit materieel ook in getrokken treinen worden ingezet. Andersom konden ook andere typen rijtuigen, indien voorzien van een stuurstroomleiding, in blokkendoostreinen worden ingezet. Dit was vanaf 15 mei 1928 het geval in treinen op de Oude Lijn, waarin CIWL-restauratierijtuigen waren opgenomen.[1]

Samenstelling en nummering

De Blokkendozen zijn elektrisch buffermaterieel en bestaan uit een groot aantal verschillende soorten motorrijtuigen en volgrijtuigen. Het totaal aantal geproduceerde blokkendozen komt op 259 stuks. Hieronder een overzicht van deze verschillende deelseries:[2]

Oorspronkelijke varianten

AanduidingAantalSerieUitvoeringOpmerking
mBD309001 - 9030Motorrijtuig met bagageafdeling en 2e klasse (40 plaatsen) met bagageruimte
mCd479401 - 9447Motorrijtuig 3e klasse (88 plaatsen) met aan een zijde een stuurstand en doorgangsmogelijkheid
mC389001 - 9038Motorrijtuig 3e klasse (88 plaatsen) met aan een zijde een stuurstand, zonder doorgangsmogelijkheid
mABD49001 - 9004Motorrijtuig 1e en 2e klasse met extra bagageruimteGebouwd voor inzet op Haarlem - IJmuiden
mBD119151 - 9161Motorrijtuig met bagageafdeling en 2e klasse (32 plaatsen) met extra bagageruimte
Aec278501 - 8527Tussenrijtuig 1e klasse (42 plaatsen)
Bec338501 - 8533Tussenrijtuig 2e klasse (64 plaatsen)De 8503 - 8512 zijn de voormalige B 7501 - 7510,
de eerste serie geheel stalen rijtuigen van de NS,
gebouwd als proef voor de internationale dienst.
Cec558501 - 8555Tussenrijtuig 3e klasse (88 plaatsen)
ABec118501 - 8511Tussenrijtuig 1e en 2e klasse voorzien van midden-instapbalkonGebouwd voor de lijn Amsterdam-Rotterdam
Ces38101 - 8103Stuurstandrijtuig 3e klasse (88 plaatsen) met doorloopmogelijkheidGebouwd voor inzet op Haarlem - IJmuiden

Verbouwingen jaren dertig

In de jaren dertig werden enkele verbouwingen aan Mat '24 uitgevoerd, zodat het materieel beter voldeed aan de actuele vervoersbehoeften. De wit-groene kleurstelling van de treinen werd gewijzigd in groen, aangezien dit minder besmettelijk was voor vuil.

Nieuwe aanduidingAantalSerieOude aanduidingVerbouwing
ABec48521 - 8524AecVerbouwing van alleen 1e, naar 1e en 2e klasse
Bec38525 - 8527AecVerbouwing van 1e naar 2e klasse
Ce8c108522 - 8531BecVerbouwing van 2e naar 3e klasse

Verbouwing tot getrokken rijtuigen en losse dienstwagens

Nadat in 1959 de laatste Blokkendozen als elektrisch buffermaterieel werden ingezet, was de rol van de diverse (motor)rijtuigen nog niet uitgespeeld op het spoorwegnet. Geleidelijk werd in de jaren vijftig een groot deel van het materieel blauw geschilderd en ingezet als getrokken rijtuigen. Hierbij werden van de motorrijtuigen de motoren en stroomafnemers verwijderd. Inzet vond hierbij plaats in verschillende reizigerstreinen. Daarnaast werden de rijtuigen ingezet in militaire verlofgangerstreinen.

Nieuwe aanduidingAantalSerieOude aanduiding
AB95611 - 5619ABecm
A205001 - 5008, 5501 - 5512Aec
AB135101 - 5111, 5601 - 5602Bec
B85201 - 5208Bec/Ce8C
B455211 - 5241, 5701 - 5714Cec
Bz25301 - 5302Ces
Bz365831 - 5866mCd
Bz515801 - 5851mC
BDz85901 - 5908mBD

Naast de verbouwingen van een groot aantal rijtuigen en een deel van de motorrijtuigen tot getrokken rijtuigen, werd een deel van de motorrijtuigen met bagageruimte verbouwd tot dienstwagens voor de NS (mDW) en de PTT (Motorposten). De dienstrijtuigen werden onder meer gebruikt voor het wegleren van machinisten, ATB-meetrijtuig en als railslijpwagen. Met de indienststelling van 35 nieuwe Motorposten in 1965 werden de Blokkendoos-motorposten buiten dienst gesteld.

De mBD 9006 'Jules' bij de Wagenwerkplaats Amersfoort tijdens de Spoorparade Amersfoort.
Motordienstwagen Jules (ex-mBD 9006) in Rotterdam.
Nieuwe aanduidingAantalSerieOude aanduiding
mP139201 - 9213mBD/mCD
mP89221 - 9228mB4D
mP49231 - 9234mABD
mDW5169306 - 169310mC

Inzet

Het materieel was in eerste instantie bedoeld om gebruikt te worden op de spoorlijn Amsterdam - Rotterdam (Oude Lijn), die in 1924-'27 geëlektrificeerd werd. Daarnaast werd in 1927 de IJmondlijn geëlektrificeerd. In de loop der tijd was het materieel op een groot deel van het geëlektrificeerde net te zien.

Inzet voor 1931

Tot de elektrificatie van de Zaanlijn in 1931 waren er in totaal 193 rijtuigen beschikbaar. Deze rijtuigen werden in de volgende volgorde samengesteld:

  • 6 7-wagentreinstellen mBD + Bec + Bec + Aec + mCd + Cec + mC
  • 11 6-wagentreinstellen mBD + Bec + Aec + mCd + Cec + mC
  • 11 8-wagentreinstellen mBD + Bec + Aec + mCd + Cec + mC (waarvan 2 reservetreinen)
  • 4 3-wagentreinstellen mBD + CeC + mC (IJmondlijn)[3]

Inzet na 1931

In 1931 kwam er nog een nalevering in verband met de elektrificatie van de spoorlijn Amsterdam - Alkmaar (Zaanlijn). Er werden tussen 1923 en 1932 door diverse fabrieken totaal 130 motorrijtuigen en 129 rijtuigen afgeleverd.

Elektrische trekkrachten[4]

De NS had in de Tweede Wereldoorlog nog geen elektrische locomotieven in dienst, hoewel contacten met leveranciers al liepen en na de oorlog resulteerden in de 1000-serie. Al in de zomer van 1940 ontstonden tekorten aan stoomlocomotieven voor het trekken van goederentreinen. Doordat dieseltreinen buiten dienst werden gesteld wegens motorbrandstoftekort, materiaalgebrek in de werkplaatsen, verplicht onderhoud aan stoomlocomotieven van de Deutsche Reichsbahn en toegenomen vervoer waren meer trekkrachten nodig. Voor het trekken van zware goederentreinen op het Middennet en de Oude Lijn werden van het Blokkendoosmaterieel vijf formaties van drie motorrijtuigen gemaakt. Hiermee werden vooral de zware kolentreinen afkomstig van de Limburgse mijnen tussen Eindhoven en het westen van Nederland getrokken. In 1942 nam door een strenge winter en een dientengevolge hoge defectenstand het tekort aan locomotieven dusdanig toe, dat het aantal combinaties met acht werd uitgebreid.

Buitendienststelling

Nadat in het midden van de jaren vijftig nieuw materieel van het type Mat '54 en getrokken rijtuigen Plan E werd afgeleverd, werd tussen 1955 en 1960 het grootste deel van de motorrijtuigen tot getrokken rijtuigen verbouwd, waarbij de tractiemotoren en de stroomafnemers werden verwijderd. In 1959 reden de laatste elektrische Blokkendoostreinen voor reizigersvervoer. De laatste getrokken Blokkendoosrijtuigen reden in 1972 in reizigerstreinen. Nadien zijn diverse rijtuigen verkocht aan museumspoorlijnen, onder andere de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij, de Stoomtrein Goes-Borsele en de ZLSM.

Tweede leven

Duitsland

Na de Tweede Wereldoorlog zijn diverse rijtuigen in het Oostblok achtergebleven. In de voormalige DDR zijn in de jaren tachtig en negentig nog diverse blokkendoosrijtuigen teruggevonden.

Museummaterieel

Tweewagenstel mBD 9107 en Ces 8104 te Heerhugowaard
Museumblokkendoostrein met voorop stuurstandrijtuig Ces 8104, de Cec 8553 als middelste rijtuig en motorwagen mBD 9107 achteraan, tussen Halfweg en Spaarnwoude op een rit vanwege 175 jaarspoorwegen in Nederland tussen Amsterdam en Haarlem; 20 september 2014.

In de jaren tachtig werd, uit onderdelen van diverse rijtuigen, een elektrisch museumstel geconstrueerd, bestaande uit een motorrijtuig en een rijtuig met stuurstand. Dit stel werd in 1989 geheel gerestaureerd in dienst gesteld. In 1994 werd nog een tussenrijtuig, voorzien van restauratieafdeling, toegevoegd om de verhuurbaarheid voor gezelschappen te vergroten. Dit materieel bevindt zich thans in de collectie van het NSM te Utrecht.

Het tweewagenstel bestond in eerste instantie uit het motorrijtuig mBD 9107 en het stuurstandrijtuig Ces 8104. Dit laatste rijtuig heeft voordien nooit bestaan: de serie bestond uit de Ces 8101 tot en met de Ces 8103, gebouwd door Beijnes te Haarlem. Voor het museumtreinstel is in de Hoofdwerkplaats Amersfoort uit diverse restanten van oude blokkendoosrijtuigen aan het eind van de 20e eeuw een "nieuwe" Ces aan deze serie toegevoegd: de Ces 8104.

Het later toegevoegde tussenrijtuig Cecr 8553 heeft de voordien nooit gebruikte aanduiding 'r' gekregen, voor restauratie.

Ook een der motordienstwagens (de Jaap) werd in de jaren negentig door de Hoofdwerkplaats Haarlem als museumrijtuig gerestaureerd. Dit rijtuig mC 9002 is teruggebracht in de oorspronkelijke kleurstelling crème-groen uit de jaren twintig en kan samen met het museumstel van het Spoorwegmuseum een vierrijtuigstel vormen.

De Jules, van oorsprong motorrijtuig mBD 9006, de andere motordienstwagen die in 1968 eerst de naam Bromvlieg droeg en in 1969 werd omgedoopt tot Jules, is in 1976 omgebouwd tot ATB-meetrijtuig en in de gele kleurstelling geschilderd. In 1992 werd dit rijtuig buiten dienst gesteld, waarna het in 1997 door de STIBANS werd verworven en in de bruine kleurstelling geschilderd als motorpostrijtuig mP 9204. Dit rijtuig is niet rijvaardig.

De Blokkendoosrijtuigen in gebruik bij de Stoomtrein Goes-Borsele (SGB) en de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM) worden getrokken door een stoomlocomotief. Tevens staan er op een camping te Eext nog een motorrijtuig en twee getrokken rijtuigen zonder museale status.

Op 3 november 2006 werd voor het eerst met een Museumblokkendoostrein bestaande uit zes rijtuigen gereden. Deze trein bestond uit de mC 9002, de drie rijtuigen van het Spoorwegmuseum en twee tussenrijtuigen van de SGB. Hiermee werd vanuit Haarlem een rit van meer dan 1000 km door het land gemaakt om geld in te zamelen voor een goed doel.

Op 7 december 2013 werd er op het traject Zwolle – Lelystad een viertal ritten gemaakt met Blokkendoosrijtuigen ter gelegenheid van de eerste verjaardag van de Hanzelijn. 150 inwoners van omliggende steden ontvingen hiertoe een speciaal treinkaartje van de Nederlandse Spoorwegen.[5]

Overzicht Museummaterieel

Nummer Bij Opmerking Afbeelding
Bd 7507 SGB Voorheen Bec 8509
Ces 8104 NSM Stuurstandrijtuig behorend bij mBD 9107. Opgebouwd uit mCd 9411
Bec 8501 VSM In eerste instantie bij SSTT. In 1984 naar VSM.[6][7]
Cec 8503 VSM
Cec 8505 VSM
Cec 8512 Camping De Schaopvolte in Eext
Aec 8508 VSM Voormalig rijtuig NS Ae4c3 8508, verbouwd tot montagewagen bij NS in 1957 met nummer 165 080 en later UIC 80 84 974 1618. In eerste instantie bij SGB. Op 12 januari 2015 naar de VSM.[8]
Aec 8514 Camping De Schaopvolte in Eext
Cec 8524 SGB Voorheen rijtuig B 133
Bec 8527 VSM Aanwezig als WR 8527
Cec 8533 SGB Voorheen rijtuig B 134
Cec 8535 VSM
Cec 8536 VSM
Cec 8543 SGB Voorheen Hoogovens Excursietrein 76102; daarvoor B 8151 / 5704
Cec 8553 NSM Vormt samen met Ces 8104 en mBD 9107 een treinstel (op de foto is rijtuig Cec 8553 is het middelste rijtuig van de Museumblokkendoostrein)
mC 9002 Werkgroep Jaap; Hoofdwerkplaats Haarlem In 1950 vernummerd tot mC 9452. Voormalige motordienstwagen 169306, die vanaf 1967 werd gebruikt voor wegleerritten vanuit het depot Eindhoven als 30 84 978 2 500-7, samen met de mC 9012 (later mC 9462, mB 9462, mDW 169310, 30 84 978 2 501-3).[9]
mBD 9006 Wagenwerkplaats Amersfoort In de jaren dertig vernummerd naar BD 9106, in 1945 CD 9106. In 1956 weer BD 9106. In 1957 verbouwd tot mP 9204. In 1968 vernummerd naar 978 2 812, een jaar later 978 1 802. In 1976 vernummerd naar 978 1 601.[10]
mC 9014 STAR Aanwezig als C 147. In 2017 verkocht naar M.IJ.S.M., station Marrum-Westernijkerk
mC 9015 SGB Aanwezig als B 137
mC 9037 Camping De Schaopvolte in Eext
mBD 9021 Wagenwerkplaats Amersfoort Voorheen Stibans
mBD 9107 NSM Heeft de kop van de BD 9016 ('Jim'); vormt samen met Ces 8104 een treinstel
mCd 9410 NSM Reed eerder in de Hoogovens Excursietrein als 76105. In gebruik als restaurant bij het Nationaal Smalspoormuseum
mCd 9415 Spoorzone Tilburg In 2016 overgenomen van de SGB (rijtuig C 139; gebruikt als opslagrijtuig)
mCd 9443 Spoorzone Tilburg In 2014 overgenomen van de SGB (rijtuig RB 136; gebruikt als restauratierijtuig)
Zie de categorie Mat '24 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.