trekken
Nederlands
Woordafbreking
- trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘naar zich toe halen, naar een andere plaats gaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
trekken /'trɛkə(n)/ |
trok /trɔk/ |
getrokken /ɣə'trɔkə(n)/ |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
trekken
- overgankelijk voor het zwaartepunt van een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert
- Hij trok zijn gevallen fiets uit de modder.
- overgankelijk een lijn aanbrengen
- Door twee punten kan een rechte lijn getrokken worden.
- ergatief een lange tocht uitvoeren
- Deze vogels trekken 's winters naar Zuid-Afrika.
- aandacht opwekken
- Deze tentoonstelling trok erg veel publiek.
Synoniemen
- [4]: aantrekken, interesseren
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: iemand over de streep trekken
Vertalingen
1. op een voorwerp een kracht uitoefenen in een richting die ervan wegvoert
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
nog te sorteren
|
Gangbaarheid
- Het woord trekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trekken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.