trekbal
Nederlands
Woordafbreking
- trek·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trekken ww en bal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekbal | trekballen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
trekbal m [1]
- bal die achterwaarts in de richting van het vijandelijke doel wordt geschoten
- Herinneringen aan de monsterzege van twee weken geleden kwamen even bovendrijven bij een deel van de Grolse aanhang, maar zover kwam het dit keer niet. Een trekbal van Daan van de Ven werd door Dennis Aertz via de onderkant van de lat ingeschoten: 2-2. [2]
- Niet bij een doeltrap, niet bij een ingooi, niet bij een corner, niet bij trekbal, niet bij een scheidsrechtersbal, niet bij een actie vanaf eigen helft, niet als de bal van de tegenstander komt. Het toestaan van niet hinderlijk buitenspel staan, heeft het spel voor een verdediger alleen maar moeilijker gemaakt.” [3]
- soort stoot bij het biljarten
- spel waarbij twee spelers met twee touwen een bal op-en-neer laten schieten
Gangbaarheid
- Het woord trekbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trekbal' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Loes Schutte 04-10-10 Grol kan niet nog eens stunten
- De Telegraaf 20 jan. 2017 ’Grote Oranje gebruikte buitenspel om aan te vallen’
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.