onttrekken

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
onttrekkenonttrekkend
onttrekkingonttrokken
Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onttrekken
/ɔntrɛkə(n)/
onttrok
/ɔn'trɔk/
onttrokken
/ɔn'trɔkə(n)/
klasse 3 volledig

Werkwoord

onttrekken

  1. overgankelijk een bijdrage of deel ergens uit verwijderen
    • Hij onttrok zijn steun aan de onderneming. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onttrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.