trekroute
Nederlands
Woordafbreking
- trek·rou·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trekken ww en route zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekroute | trekrouten |
verkleinwoord | trekroutes |
Zelfstandig naamwoord
trekroute v/m [1]
- de route die dieren nemen als ze van het ene leefgebied naar het andere gaan
- Bij de windturbines vallen jaarlijks enkele duizenden vogelslachtoffers. Daarvan is circa 45 procent een trekvogel. Juist het Eemshavengebied is een belangrijke trekroute voor veel vogelsoorten.[2]
- Ze zijn bont, en uniek getekend. Wellicht is deze walvis ook elders gefotografeerd en vinden we zijn foto en dus zijn trekroute nog terug.”[3]
Gangbaarheid
- Het woord trekroute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trekroute' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad 17-04-2018 Proef met ‘buienradar’ voor trekvogels
- de Telegraaf SHARDA VAN DER HELM 28 jan. 2017 ’Bultrug bij onze kust blijft indruk maken’
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.