trekker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trekker    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɛkər/
Woordafbreking
  • trek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van trekken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord trekker trekkers
verkleinwoord trekkertje trekkertjes

Zelfstandig naamwoord

trekker m

  1. (verkeer) een truck
  2. (verkeer) (informeel) een tractor
  3. een vuurwapenhendel
  4. een trekvogel
  5. iemand die een trektocht maakt
  6. een publiekstrekker
  7. een rubber veger
  8. iemand die een wissel afgeeft
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • trekkershut, trekkerstent
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈtɹεgʌ /, / tʁagʌ /
Woordafbreking
  • trek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Deense werkwoord trekke met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 121809

Werkwoord

trekker

  1. tegenwoordige tijd van trekke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trekker     trekkeren     trekkere     trekkerne  
genitief   trekkers     trekkerens     trekkeres     trekkernes  

Zelfstandig naamwoord

trekker

  1. een gereedschaap waarmee men iets trekt, bijv. een kurkentrekker


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈtɹεgəɾ /
Woordafbreking
  • trek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord trekke met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 1475

Werkwoord

trekker

  1. tegenwoordige tijd van trekke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   trekker     trekkeren     trekkere     trekkerne  
genitief   trekkers     trekkerens     trekkeres     trekkernes  

Zelfstandig naamwoord

trekker

    1. een gereedschaap waarmee men iets trekt, bijv. een kurkentrekker
Afgeleide begrippen
  • avtrekker
  • korketrekker
  • opptrekker
  • rørtrekker
  • skrutrekker
  • stjernetrekker
  • trådtrekker


Nynorsk

Woordafbreking
  • trek·ker

Werkwoord

trekker

  1. tegenwoordige tijd van trekka
Schrijfwijzen

Werkwoord

trekker

  1. tegenwoordige tijd van trekke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

trekker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van trekk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.