overtrekken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overtrékken (hulp, bestand)
- IPA: /ˌovərˈtrɛkə(n)/
- Geluid: óvertrekken (hulp, bestand)
- IPA: /ˈovərˌtrɛkə(n)/
Woordafbreking
- over·trek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en trekken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overtrekken |
overtrok |
overtrokken |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
overtrékken
- overgankelijk een nieuwe stoffen bekleding aanbrengen
- Die meubels kunnen best nog een keer overtrokken worden.
- overgankelijk overdreven voorstellen
- Volgens de minister was het probleem door de pers zwaar overtrokken.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overtrekken |
trok over |
overgetrokken |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
óvertrekken
- ergatief trekkend een gebied, dam of brug enz. passeren
- De Carthagers waren de Alpen overgetrokken en vielen Rome aan.
- Het liefst was hij toen de Bergen van Stilte maar ineens overgetrokken, maar dat was niet mogelijk. [1]
- overgankelijk de contouren natekenen
- De tekening overtrekken met een potlood.
Synoniemen
- [3] natrekken
Gangbaarheid
- Het woord overtrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overtrekken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.