trekvogel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trek·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trekvogel trekvogels
verkleinwoord trekvogeltje trekvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

trekvogel m

  1. een vogel die 's winters een andere verblijfplaats kiest dan in de broedtijd
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trekvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.