trekvogel
Nederlands
Woordafbreking
- trek·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trek en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekvogel | trekvogels |
verkleinwoord | trekvogeltje | trekvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
trekvogel m
- een vogel die 's winters een andere verblijfplaats kiest dan in de broedtijd
Vertalingen
1. een vogel die 's winters een andere verblijfplaats kiest dan in de broedtijd
Gangbaarheid
- Het woord trekvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trekvogel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.