trekhaak

Nederlands

Trekhaak
Uitspraak
Woordafbreking
  • trek·haak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trekhaak trekhaken
verkleinwoord trekhaakje trekhaakjes

Zelfstandig naamwoord

trekhaak m [1]

  1. voorziening aan een auto waarmee een aanhangwagen of caravan getrokken kan worden
    • 16.35 uur. 316 kilometer, we zijn over de helft van het te behalen aantal kilometers, en er wordt gelachen in de verkeerstoren. Op de A16 hebben de camera’s bij toeval een filebotsing gefilmd. Een auto zit vast aan de trekhaak van zijn voorganger. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord trekhaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Jochem van Staalduine 17 november 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.