trok

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trok

Werkwoord

vervoeging van
trekken

trok

  1. enkelvoud verleden tijd van trekken
    • Ik trok. 
    • Jij trok. 
    • Hij, zij, het trok. 

Gangbaarheid

  • Het woord trok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.