punt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  punt    (hulp, bestand)
  • IPA: /pʏnt/
Woordafbreking
  • punt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Iers, in de betekenis van ‘munteenheid van Ierland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1990 [1]
  • In de betekenis van ‘spits’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1534 [1]
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1284 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord punt punten
verkleinwoord puntje puntjes

Zelfstandig naamwoord

punt m

  1. een spits toelopend uiteinde
  2. een klein deel van een oppervlak met een afwijkende kleur
  3. (taalkunde) een leesteken (in de vorm van een stip) dat een zin afsluit
  4. (taalkunde) een diakritisch teken doorgaans boven of onder lettertekens van het Latijnse alfabet geplaatst.
    • Voorbeeld van een punt is de ż. 
  1. (muziek) een teken (in de vorm van een stip) achter een muzieknoot dat aangeeft dat deze anderhalf keer zo lang dient te duren
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • op het punt staan
vlak voor iets gaat gebeuren
Ik sta op het punt om te vertrekken.
  • De punten ( of puntjes) op de i ( of i's) zetten
  • Een punt ( of een puntje) aan iets kunnen zuigen
  • als puntje bij paaltje komt
als het erop aankomt
  Albert twijfelde daar een beetje aan, maar Cécile leek als puntje bij paaltje kwam wel wat op mevrouw Maillard, ze had vrij vaststaande ideeën. [2] 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

punt o

  1. een positie in de ruimte
  2. een moment in de tijd
  3. een mening of onderwerp in een discussie of betoog
    • Jongens, hou je waffel even, Piet heeft nog wat puntjes 
  1. een symbool om een waardering te noteren
  2. een aanduiding van een waarde of score
    • ik heb nog wat Douwe-Egbertspunten, misschien kan ik daar nog wat mee doen 
  1. (wiskunde) een dimensieloos stuk ruimte
  2. (natuurkunde) (techniek) (meteorologie) (scheikunde) een temperatuur
  1. (muziek) zie contrapunt en orgelpunt
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
punten

punt

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van punten
  2. gebiedende wijs van punten

Gangbaarheid

  • Het woord punt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.