puntig
Nederlands
Woordafbreking
- pun·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | puntig | puntiger | puntigst |
verbogen | puntige | puntigere | puntigste |
partitief | puntigs | puntigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
puntig
- met een vorm die scherpe uitsteeksels bevat
- De magiërs droeg een puntige hoed.
- kort en bondig
Synoniemen
- [1] spits
Hyponiemen
- [1] middelpuntig, vijfpuntig
Afgeleide begrippen
- puntigheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord puntig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'puntig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.