nulpunt
Nederlands
Woordafbreking
- nul·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nul en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nulpunt | nulpunten |
verkleinwoord | nulpuntje | nulpuntjes |
Zelfstandig naamwoord
nulpunt o [1]
- (natuurkunde) referentiepunt van waar wordt gemeten
- (wiskunde) punt waarin de functiewaarde nul is
- (figuurlijk) punt van laagst mogelijke waardering
- de populariteit van deze politicus heeft nu wel het nulpunt bereikt
Antoniemen
- [2] pool
Hyponiemen
- randnulpunt
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord nulpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nulpunt' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.