uitgangspunt
Nederlands
Woordafbreking
- uit·gangs·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uitgang en punt met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitgangspunt | uitgangspunten |
verkleinwoord | uitgangspuntje | uitgangspuntjes |
Zelfstandig naamwoord
uitgangspunt o
- de aannames en veronderstellingen waar men van uitgaat
- De dualiteit van golf en deeltje is het uitgangspunt van de kwantummechanica.
Hyponiemen
- beleidsuitgangspunt
Vertalingen
1. de aannames en veronderstellingen waar men vanuit gaat
Gangbaarheid
- Het woord uitgangspunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitgangspunt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.