knooppunt

Knooppunt Hoevelaken

Nederlands

knooppunt o

- In de avondspits stond dat knooppunt weer volledig vast.
(wiskunde) het punt waar twee rechte stukken van een open of gesloten veelhoek bij elkaar komen
(spoorwegen) een plaats waar spoorwegen uit verschillende richtingen bijeenkomen, vaak voorzien van een station en/of een rangeerterrein

- Vaak zijn er aparte knooppunten voor personenvervoer en voor goederenvervoer.
(elektrotechniek) punt in een netwerk waar stromen samenkomen of zich verdelen

knooppuntcentrale, knooppuntennetwerk, knooppuntensysteem, knooppuntsadmittantie, knooppuntsadmittantiematrix, knooppuntsinjectiestroom, knooppuntsmatrix, knooppuntspanning, knooppuntsspanning, knooppuntsvergelijking

1. een kruispunt van twee of meer grote wegen

Duits: Verkehrsknotenpunkt ^(de) m, Autobahnkreuz ^(de) o, Autobahndreieck ^(de) o
Engels: intersection ^(en), knot ^(en), node ^(en)

2. het punt waar twee rechte stukken van een open of gesloten veelhoek bij elkaar komen

3. een plaats waar spoorwegen uit verschillende richtingen bijeenkomen, vaak voorzien van een station en/of een rangeerterrein

Het woord knooppunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knooppunt' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	knooppunt	knooppunten
verkleinwoord	knooppuntje	knooppuntjes