techniek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tech·niek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bewerkingen die behoren tot de industrie, vaardigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1868 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord techniek technieken
verkleinwoord techniekje techniekjes

Zelfstandig naamwoord

techniek v

  1. de bewerkingen en verrichtingen die nodig zijn om iets tot stand te brengen
    • Wordt er in uw beroep vaak gebruik gemaakt van technieken? 
  1. de bewerkingen en verrichtingen die horen bij de industrie en de exacte wetenschap
    • Er is een speciale techniek voor reanimatie. 
  1. de manier waarop dingen zijn verricht
    • Hier worden echt speciale technieken gebruikt... 
  1. technische hulpmiddelen
    • Het gehele proces is overgenomen door de techniek. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord techniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.