stip
Nederlands
Woordafbreking
- stip
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘punt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1408 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stip | stippen |
verkleinwoord | stipje | stipjes |
Zelfstandig naamwoord
stip v/m
- puntvormig of rond merkteken
- Een vliegenzwam is een rode paddenstoel met witte stippen.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- blindenstip, elfmeterstip, middenstip, penaltystip, reliëfstip, strafschopstip, tijdstip
Afgeleide begrippen
- stiphout
Gangbaarheid
- Het woord stip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stip' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.