stip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stip
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘punt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1408 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord stip stippen
verkleinwoord stipje stipjes

Zelfstandig naamwoord

stip v/m

  1. puntvormig of rond merkteken
    • Een vliegenzwam is een rode paddenstoel met witte stippen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • stiphout
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
stippen

stip

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippen
    • Ik stip. 
  2. gebiedende wijs van stippen
    • Stip! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stippen
    • Stip je? 

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.