plek
Nederlands
Woordafbreking
- plek
Zelfstandig naamwoord
plek v/m
- plaats, positie
- De plek van het festival was een maand vooraf al omheind met hekken.
- ruimte die door iets ingenomen wordt of ingenomen kan worden
- Is er nog plek voor de auto?
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- plekkerig
Vertalingen
1. plaats, positie
Gangbaarheid
- Het woord plek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.