middelpunt
Nederlands
Woordafbreking
- mid·del·punt
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘centrum’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
- samenstelling van middel en punt [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | middelpunt | middelpunten |
verkleinwoord | middelpuntje | middelpuntjes |
Zelfstandig naamwoord
middelpunt o
- (wiskunde) van een cirkel of bol is het punt dat tot alle punten op de omtrek dezelfde afstand heeft
- centrale plaats waar veel om draait
Hyponiemen
- botsingsmiddelpunt, krommingsmiddelpunt, massamiddelpunt, trillingsmiddelpunt
Afgeleide begrippen
- middelpuntshoek, middelpuntshoogte, middelpuntskracht, middelpuntverschuiving, middelpuntvliedend, middelpuntzoekend, uitmiddelpuntig
Vertalingen
1. van een cirkel of bol is het punt dat tot alle punten op de omtrek dezelfde afstand heeft
Gangbaarheid
- Het woord middelpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'middelpunt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.