kat
Universeel
Symbool
kat
- (natuurkunde), (eenheid) het symbool voor katal, een eenheid voor katalytische activiteit
Nederlands
Woordafbreking
- kat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1210 [1]
- In de betekenis van ‘standje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1976 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kat | katten |
verkleinwoord | katje | katjes |
Zelfstandig naamwoord
kat v/m
- (zoogdieren) Felis sylvestris catus
, tot de katachtigen behorende soort die tam is geworden - (zoogdieren) gebruikt als naam voor een geslacht van vleesetende dieren, zoals de tijgers en leeuwen
- (informeel) een grote pluizige windprotectiehoes voor microfoons
- een vals meisje
- bitse terechtwijzing
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Spreekwoorden
- Een kat in het nauw maakt rare sprongen
- Een persoon in een moeilijke situatie kan ongewoon gedrag vertonen
- Een kat komt altijd op z'n pootjes terecht
- Ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen
- Om de wille van de smeer, likt de kat de kandeleer
- Erg vriendelijk zijn tegen iemand die je niet mag om iets van diegene gedaan te krijgen
- als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
- Als er geen toezicht is, doet men waar men zin in heeft
- als katjes muizen, dan mauwen ze niet, of: als katjes muizen, dan miauwen ze niet
- Als men aan het eten is, wordt er niet veel gesproken (m.n. gezegd over kinderen)
- De kat zal met zijn maag niet weglopen
- Gezegd van iemand die net veel heeft gegeten
- Een kat in het nauw maakt rare sprongen
- Een zwakke tegenstander kan nog gevaarlijk worden als hij geen uitweg meer ziet
- In het donker zijn alle katjes grauw
- In het donker ziet men geen verschil tussen mooi en lelijk
Uitdrukkingen en gezegden
- kat in 't bakkie
- makkelijk, iets dat weinig moeite kost
- voor de kat z'n vioolzonder dat het iets oplevert
- als kat en hond zijn
in voortdurende ruzie zijn
- de kat de bel aanbinden
het gevaarlijkste werk doen
- de kat in het donker knijpen
- heimelijk kwaad doen
- de kat op het spek binden
iemand in verleiding brengen
- de kat sturen
wegblijven
- de kat uit de boom kijken
een afwachtende houding aannemen
- een kat in de zak kopen
een miskoop doen
- er omheen draaien als een kat om de hete brij
om de zaak heen praten om conflicten te vermijden
- zich weren als een kat in de krullen
zich geducht weren
- er is geen kat
er is niemand
- [5]: iemand een kat geven
iemand een snauw geven
- de kat bij de melk zetten
Iemand erg in de verleiding brengen
- katje lam zijn
stomdronken zijn
Vertalingen
1. tot de katachtigen behorende soort die tam is geworden
Gangbaarheid
- Het woord kat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Deens
Zelfstandig naamwoord
kat g
- «Min kat er bange for mus.»
- Mijn kat is bang voor muizen.
- «Min kat er bange for mus.»
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kat | katten | katte | kattene |
genitief | kats | kattens | kattes | kattenes |
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /kɑt/ (Etsbergs)
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
nominatief | kat | chat | ketje | chetje | ket | chet | ketjes | chetjes |
genitief | kat | chat | ketjes | chetjes | ket | chet | ketjes | chetjes |
locatief | kattes | chattes | katteske | chatteske | kattese | chattese | katteskes | chatteskes |
datief | kat(te) | chat(te) | ketje | chetje | ket | chet | ketjes | chetjes |
accusatief | kat | chat | ketje | chetje | ket | chet | ketjes | chetjes |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.