katvis
Nederlands
Woordafbreking
- kat·vis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kat zn en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katvis | katvissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
katvis m [1]
- (voeding) witte vis van inferieure kwaliteit
- Zo is hij bijvoorbeeld enthousiast over het archeozoölogisch onderzoek dat de ontdekking van intact DNA in fossiele visgraten opleverde. "Hieruit bleek dat ze in Sagalassos vanaf het begin van de jaartelling katvis uit Egypte importeerden." [2]
- (weekdieren) benaming voor inktvissen uit de orde Sepiida
- De hoofdgerechten. De gekozen "op de huid gebakken snoekbaarsfilet met groentensambal" blijkt in een plas gitzwarte saus te liggen. Gelukkig is het geen dropwater, maar saus van de inkt van sepia, katvis. Dat kan beter van tevoren even worden gezegd. [3]
- in het bijzonder: gewone zeekat Sepia officinalis
Gangbaarheid
- Het woord katvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'katvis' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC T. Toebosch 7 maart 2009 Eerbetoon aan Hadrianus
- NRC M. Steketee 16 maart 2000 Tussen lobby en boer'nkroeg
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.