kater
Nederlands
Woordafbreking
- ka·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘mannetjeskat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1297 [1]
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onaangenaam gevoel na dronkenschap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kater | katers |
verkleinwoord | katertje | katertjes |
Zelfstandig naamwoord
kater m
- (zoogdieren) het mannetje van de kat
- het beroerde gevoel dat ontstaat na het gebruik van te veel alcohol
Vertalingen
1. mannelijke kat
2. gevolgen van alcoholgebruik
|
|
Gangbaarheid
- Het woord kater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kater' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.