Tramweg-Stichting

De Tramweg-Stichting (TS) is een Nederlandse stichting voor het behoud, herstel en de exploitatie van historisch Nederlands trammaterieel. De stichting is door een aantal trambelangstellenden opgericht toen in 1965 het einde van de laatste tramlijnen van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) naderde. Het idee was overgewaaid uit het buitenland. Met name in Engeland bestonden al diverse museumorganisaties waar ook met historisch spoor- of trammaterieel voor publiek werd gereden.

Van 1966 tot 1989 was RTM-museum gevestigd aan de haven van Hellevoetsluis.
Stoomtramloc 18 'Leeghwater', afkomstig van de Gooische Stoomtram, werd verworven en als eerste gerestaureerd in dienst gesteld in 1967. Sinds 1968 rijdt de loc bij de Museumstoomtram Hoorn - Medemblik.
SHM-rijtuig AB 21 van de Gooise Tramweg Maatschappij, te Wognum. Dit rijtuig werd als NZH B26 in 1961 samen met de NZH A327 door de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS) van de sloop gered en in 1972 te Hoorn gerestaureerd.
Trammotorwagen NZH A327, gebouwd in 1913 door Beijnes en afkomstig uit Haarlem en Leiden, werd als een van de eerste museumtrams voor sloop gered. De tram reed sinds de restauratie in rijvaardige staat in 1981 op diverse plaatsen, zoals in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem.

Geschiedenis

Oprichting

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werden vele oude trams vervangen door modern materieel (trams of bussen). Met het verdwijnen van de oude vooroorlogse trams in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam en de opheffing van de laatste interlokale stoom-, motor- en elektrische trams (de Blauwe Tram, de Gelderse Tram, de Gooische Stoomtram en de RTM ontstond rond 1960 de wens om toch iets daarvan voor het nageslacht te bewaren. Incidentele acties tot behoud van oud materieel leidden soms tot succes, soms niet.

Na de oprichting van de Tramweg-Stichting groeide de collectie museumtrams in de jaren zestig en zeventig snel. Men probeerde zo veel mogelijk materieel te redden. In de jaren zeventig werden elektrische trams uit onder andere Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Leiden en Utrecht in de collectie opgenomen.

Aankoop materieel RTM

Ook stoom- en dieseltrams werden verzameld. Hiertoe behoorde een groot deel van de boedel van het in 1966 opgeheven trambedrijf van de RTM, dat in Hellevoetsluis werd opgeslagen. Ook in Hoorn werd trammaterieel verzameld en werd een begin gemaakt met het rijvaardig maken en rijden. Uit deze initiatieven zijn de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik in Hoorn en het museumbedrijf in Hellevoetsluis (thans de Stichting voorheen RTM te Goedereede) voortgekomen.

Werkgroepen

In de drie grote steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam ontstonden werkgroepen die zich met materieel uit die steden gingen bezighouden. Uit deze activiteiten zijn de respectievelijke plaatselijke museumorganisaties voortgekomen: de Electrische Museumtramlijn Amsterdam, het Haags Openbaar Vervoer Museum en het Trammuseum Rotterdam.

Wegens de groei van activiteiten en het steeds sterker verschillende karakter van de inmiddels ontstane museumbedrijven werden deze in de jaren tachtig ondergebracht in zelfstandige organisaties.

Door een werkgroep in Voorburg werd tussen 1976 en 1985 de wagenbak van de laatst overgebleven Boedapester-tram van de NZH in jarenlange arbeid herbouwd tot een Boedapester-stuurstandrijtuig. Het rijtuig kreeg weer het oorspronkelijke nummer B412. Vanaf 1986 is deze tram ondergebracht in het NZH-Vervoermuseum te Haarlem.

De Tramweg-Stichting bleef hierna op kleinere schaal actief met de restauratie en fondsenwerving van diverse museumtrams. In de jaren negentig werd nog meegewerkt aan de totstandkoming van de tramlijn bij het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. Thans zijn er nog werkgroepen actief in Scheveningen en Rotterdam, die bij diverse gelegenheden ook ritten met hun materieel maken. De Stichting TramWerk verricht in opdracht van (onder andere) de TS restauratiewerk aan diverse oude trams.

Tramstel NBM 20 + 43 + 402 van de stichting Stichts Tram Museum op de Electrische Museumtramlijn Amsterdam te Bovenkerk; 21 september 2012.

Uit de Tramweg-Stichting is ook de stichting Stichts Tram Museum (STM) voortgekomen die streeft naar een regionaal trammuseum in de omgeving van Utrecht. Deze organisatie heeft de in Amsterdam verblijvende gerestaureerde NBM-trams (o.a. motorwagen NBM 20 en bijwagen NBM 43) uit de TS-collectie overgenomen.

Aankoop boedel AOM

In september 2010 werden 55 bewaard gebleven trams overgenomen door de Tramweg Stichting. Het ging om de failliete boedel van het Amsterdams Openbaar Vervoer Museum (AOM). Deze in 1987 opgerichte organisatie (niet te verwarren met de Elektrische Museumtramlijn Amsterdam) had in de loop der jaren een grote hoeveelheid trams verzameld en deels gerestaureerd en organiseerde tot 2005 toeristische tramritten door Amsterdam. Dit materieel stond van 1996 tot 2005 opgesteld in de remise Tollensstraat. Deze werd echter bestemd voor andere doeleinden (tot 2010 was dit leegstand), zodat (een deel van) de trams in opdracht van de gemeente in 2005 werden overgebracht naar een loods in Amsterdam-Noord.

Het AOM ging in juni 2010 failliet. De Tramweg-Stichting kocht vervolgens met medewerking van gemeente en particulieren de Amsterdamse trams uit de AOM-boedel aan. Het gaat daarbij om onder meer de Amsterdamse Union 144, de ex-Utrechtse 301, de middeninstapper 946 en de nog te restaureren open bijwagen 606. Het AOM bezat ook trams uit andere steden in binnen- en buitenland, waarvoor een andere bestemming werd gezocht. Het in Amsterdam-Noord gestalde materieel werd in de eerste maanden van 2011 overgebracht naar het Haarlemmermeerstation, naar een loods in Wervershoof en naar museumorganisaties elders.

In Wervershoof verbleven: 236, 321 (ex-H1), 340 (ex-H42), 467; 739, 748, 816, 820; H45, P7 (ex-H37), Rr2, SL2, Sv1, Sv2; H11 (ex-999), H14, H17 (ex-780); 4 incomplete wagenbakken: 133, 606, 679, proeflagevloermiddenbak (ex-886).

In december 2014 werd de loods in Wervershoof ontruimd en verhuisden zo’n twintig trams naar elders. De P7 en Rr2 gingen naar de remise Karperweg in Amsterdam. De overige vertrokken trams naar een loods in Nagele, behalve bijwagen 820, die voor sloop werd afgevoerd; het onderstel bleef bewaard. Vanuit Amsterdam ging de H41 naar Nagele en vanuit Overloon verhuisde de H44 daarheen. De NBM 28 verhuisde vanuit Scheveningen via Wervershoof naar Overloon.

In augustus 2017 werden de GTA 822 en open werkwagen GVB H2 van Overloon naar Nagele overgebracht. In 2017 werd de NBM 28 gedoneerd aan de Tramlijn van het Nederlands Openluchtmuseum.

Amsterdam Vervoer Museum (AVM)

De door de Tramweg-Stichting in 2010 verworven Amsterdamse museumtrams zijn per 21 november 2014 ondergebracht in een nieuwe Amsterdamse beheersstichting: Stichting Beheer Collectie Amsterdam Vervoer Museum (AVM).

Recente aanwinsten

In juni 2016 keerde de vroegere goederenwagen 2802 van de Limburgsche Tramweg-Maatschappij (LTM) na 73 jaar verblijf in Duitsland terug in Nederland. De LTM 2802 behoorde tot de serie 2801-2804 die in 1923 werd gebouwd door de Hannoversche Wagonfabrik AG (HAWA) als post-/ bagagewagens. De 2801 en 2802 zijn in 1943 naar het Oosten weggevoerd. De 2802 deed in Duisburg dienst als nr. 377 en bleef sinds 1980 bewaard als museumtram bij het Hannovers Trammuseum. De Tramweg-Stichting heeft de tram overgenomen en ondergebracht in Nagele. In augustus 2017 verhuisde deze naar de opslag in Overloon.

De wagenbak van motorwagen 1 van de Twentsche Electrische Tramweg Maatschappij (TET) 1 is door de Tramweg-Stichting in 2016 verworven. Deze wagenbak is het laatste overblijfsel van de TET die van 1908 tot 1933 een tramlijn exploiteerde tussen Enschede en Glanerbrug. Er reden negen motorwagens en enkele bijwagens. De wagenbak van de TET 1 bleef bewaard als tuinhuisje in Overdinkel en verkeert na 83 jaar nog in goede staat. Op 17 september 2016 is de TET 1 van zijn sokkel gelicht en getransporteerd naar het TS-museumdepot in Nagele in afwachting van restauratie.[1] In augustus 2017 verhuisde deze naar de opslag in Overloon.

Materieeloverzicht (stand december 2018)[2]

Replica van motorwagen 2 (ex-Gemeentetram Amsterdam 72), bouwjaar 1903. Remise Frans Halsstraat, Den Haag.
Trammotorwagen 307 (gebouwd in 1910) van de Gemeentetram Amsterdam in de Roetersstraat.

Depot Scheveningen / Den Haag

Zijaanzicht van motorwagen NZH A106 bij het openbaar vervoermuseum in Den Haag, 11 september 2011.
  • 6 motorwagens: HTM 77 (ex-H42), HTM 294 (ex-H4; in restauratie), HTM 58 (in bruikleen van Stichting de Wassenaarse Tram), NZH A106,[3] A327,[4] HTM PCC 1227
  • 3 bijwagens: TS B37, NZH B 303, HTM 779 (in bruikleen van Stichting de Wassenaarse Tram)
  • 1 bak van open bijwagen: HTM 402 (in restauratie)
  • 2 open goederenwagens: NZH C 106, C 117 (ex-Bonn)
  • 1 gesloten goederenwagen: NZH C 32 (reconstructie NZH)

Daarnaast levert het TS-depot Scheveningen onderhoud, ze herstellen elektrische storingen, geven advies en voorzien trams van onderdelen, voor voormalige HTM-PCC-Cars die zich niet in Den Haag bevinden (1006, 1024, 1308, 1311, 2104).

Rotterdam

Parkwagen RETM 192, in originele staat als lijn 12; Remise Kootsekade, te Rotterdam-Hillegersberg.
  • 6 motorwagens: RET 115, 192, 210, 220, 303, 408, 509
  • 3 bijwagens: RET 387, 1008, 1355
  • 1 slijpmotorwagen: RET 2302
  • 2 zoutwagens: RET 545, 2025

Overloon

  • 1 motorwagen: TS 19 (ex-HTM H9 / 299)
  • 1 wagenbak van motorwagen: TET 1
  • 2 pekelmotorwagens: GVB H39 (ex-334), H46 (ex-339)
  • 1 bijwagen: NBM 23
  • 1 goederenwagen: LTM 2802

Materieel Amsterdam Vervoer Museum

  • 15 motorwagens: 1 (ex-GTU 75), 72 (HTM 2), 144, 236, 307, 321 (ex-H1), 340 (ex-H42), 454, 464, 467, 468, 469, 891, 903, 909
  • 10 bijwagens: 663, 721 (= 776), 739, 748, 807, 816, 946, 958, 961, 968
  • 7 gelede wagens: 586, 602, 665, 709, 734, 776, 869
  • 11 werkwagens: H41 (ex-329), H43 (ex-322), H45 (ex-354), P7 (ex-H37), Rr2, SL2, Sv1, Sv2; H11 (ex-999), H14, H17 (ex-780)
  • 1 dieselloc: H81
  • 4 incomplete wagenbakken: 133, 606, 679, proeflagevloermiddenbak (ex-886)

8 trams van elders:

2 diversen:

  • eindpunthuisje
  • haltehuisje

Van de bovenstaande trams zijn de GVB 72, 144, 307, 454, 464, 663, 776 (ex-721), 946, 586, 602, 903, 909 en 961 en de Weense trams 110 en 1810 (weer) dienstvaardig, en zijn ingezet op de Museumtramlijn of het Amsterdamse stadsnet. De P7 is hier in gebruik genomen als leswagen. De GVB 236 en 748 zijn voor restauratiewerk door de Stichting TramWerk overgebracht naar de Remise Lijsterbesstraat in Den Haag. Ook de 946 was daar in restauratie tussen 2015 en 2017. De 469 en 968 zijn in bruikleen bij het Hannoversche Straßenbahn-Museum te Wehmingen). De 891 staat bij het NOV te Ouwsterhaule.

Afbeeldingen

Zie de categorie Museumtrams in Nederland van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.