afvangen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·van·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvangen
ving af
afgevangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

afvangen [2]

  1. overgankelijk
Uitdrukkingen en gezegden
  • Iemand een vlieg afvangen
iemand te vlug af zijn

Gangbaarheid

  • Het woord afvangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.