afvangen
Nederlands
Woordafbreking
- af·van·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en vangen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afvangen |
ving af |
afgevangen |
klasse 7 | volledig |
Uitdrukkingen en gezegden
- Iemand een vlieg afvangen
iemand te vlug af zijn
Gangbaarheid
- Het woord afvangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afvangen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.