opvangen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·van·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvangen
ving op
opgevangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

opvangen overgankelijk [1]

  1. vangen, zodat het ophoudt met vallen (-> in zijn werking of gevolgen tenietdoen)
  2. de zorg op zich nemen van iets en helpen bij de overgang naar een nieuwe situatie
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

opvangen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord opvang

Gangbaarheid

  • Het woord opvangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.