vanger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vanĀ·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vangen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord vanger vangers
verkleinwoord vangertje vangertjes

Zelfstandig naamwoord

vanger m [1]

  1. iemand die vangt
  2. iets dat (op)vangt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord vanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.