aanvangen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvangen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aɱvɑŋə(n)/
Woordafbreking
  • aan·van·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanvangen
ving aan
aangevangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

aanvangen

  1. ergatief beginnen, starten
    • Het schooljaar zal dit jaar een maand later aanvangen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanvangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.