vangbal
Nederlands
Woordafbreking
- vang·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vang ww en bal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vangbal | vangballen |
verkleinwoord | vangballetje | vangballetjes |
Zelfstandig naamwoord
vangbal m
- (sport) (honkbal/softbal/criket) een bal die gevangen wordt door de tegenpartij voordat hij de grond geraakt heeft
- Oranje-International Kenley Jansen mocht als afsluitende werper van Los Angeles de partij uitgooien. Met één slagman uitgegooid en twee vangballen stelden de Dodgers de eerste zege veilig.[1]
- Boucher, die een pet droeg in plaats van een helm, was het werkelijke slachtoffer. De 35-jarige routinier, die 147 testwedstrijden speelde en meer dan 500 vangballen maakte, viel op de grond en werd met een bebloed gezicht naar een ziekenhuis gebracht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord vangbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vangbal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 25 okt. 2017 Dodgers met Kenley op voorsprong in World Series
- de Telegraaf 08 nov. 2012 VIDEO Houtje nekt cricketer
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.