plan
![]() |
Nederlands
Woordafbreking
- plan
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontwerp, voornemen’ voor het eerst aangetroffen in 1674 [1]
- [2]
1, 2, 3, 5 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | plan | plannen |
verkleinwoord | plannetje | plannetjes |
4 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | plan | - |
verkleinwoord | - | - |
6 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | plan | plans |
verkleinwoord | plannetje | plannetjes |
Zelfstandig naamwoord
plan o
- een voorgenomen handelswijze
- Dat is een goed plan, zeg!
- een idee van iets dat men wil gaan doen
- Hij is een plan aan het beramen.
- een ontwerp voor een ruimtelijke of economische ordening
- We gingen met z'n allen een plan ontwerpen.
- niveau
- Hij ging het op een hoger plan brengen.
- de perspectiefverdeling van een schilderij of vergezicht
- plattegrond
- Heb jij een plan bij je?
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- Een onbekookt plan (hebben)
een plan hebben waar niet goed over is nagedacht
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plannen |
plan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plannen
- Ik plan.
- gebiedende wijs van plannen
- Plan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plannen
- Plan je?
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord plan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈplæˀn/
Woordafbreking
- plan
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord planus
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord planum.
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
g enkelvoud | plan | ||
o enkelvoud | plant | |||
meervoud | plane | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
plane |
Synoniemen
- flad
- jævn
Antoniemen
- krum
Werkwoord
plan
- gebiedende wijs van plane
g [A] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planen | planer | planerne |
genitief | plans | planens | planers | planernes |
Afgeleide begrippen
- [2]: byplan
- [2]: byplanafdeling
- [2]: byplanborgmester
- [2]: byplanudvalg
- [2]: landsplan
- [2]: lokalplan
- [2]: kommuneplan
- [2]: fremtidsplan
- [2]: planlægning
- [2]: regionplan
o [B] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planet | plan planer |
planene planerne |
genitief | plans | planets | plans planers |
planenes planernes |
Afgeleide begrippen
- [2]: lokalplan
o [C] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planet | planer | planerne |
genitief | plans | planets | planers | planernes |
Afgeleide begrippen
- bæreplan
Frans
Zelfstandig naamwoord
plan m
- «Antony a un bon plan pour le weekend de Pâques.»
- Antony heeft een goed idee voor het Paasweekend. [1]
- «Antony a un bon plan pour le weekend de Pâques.»
- (spreektaal) vermaak, bezigheid
- «J’ai un plan drague pour ce week-end, si tu veux je t’invite.»
- Ik heb een versierplannetje voor dit weekend, als je wil nodig ik je uit. [1]
- «J’ai un plan drague pour ce week-end, si tu veux je t’invite.»
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /plɑːn/
Woordafbreking
- plan
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Duits
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | plan | planere | planest |
o enkelvoud | plant | |||
meervoud | plane | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
plane | planere | planeste |
Bijvoeglijk naamwoord
plan
- «Gulvet er ikke helt plant.»
- De vloer is niet helemaal plat.
- «Gulvet er ikke helt plant.»
Synoniemen
- [1]: flat
- [1]: jevn
- [2]: vannrett
Antoniemen
- krum
Werkwoord
plan
- gebiedende wijs van plane
m [A] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planen | planer | planene |
genitief | plans | planens | planers | planenes |
Zelfstandig naamwoord
[A] plan m
- «Huset ble bygd etter planen.»
- Het huis werd gebouwd volgens het plan.
- «Huset ble bygd etter planen.»
Afgeleide begrippen
- [2]: byplan
- [2]: læreplan
- [2]: framtidsplan
- [2]: reguleringsplan
o [B] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planet | plan | plana planene |
genitief | plans | planets | plans | planas planenes |
Zelfstandig naamwoord
[B] plan o
- «Diskusjonen lå på et høyt plan.»
- De discussie was op een hoog niveau.
- «Diskusjonen lå på et høyt plan.»
Afgeleide begrippen
- [2]: lokalplan
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /plɑːn/
Woordafbreking
- plan
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Duits
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | plan | planare | planast |
o enkelvoud | plant | |||
meervoud | plane | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
plane | planare | planaste |
Bijvoeglijk naamwoord
plan
- «Golvet er ikkje plant.»
- De vloer is niet plat.
- «Golvet er ikkje plant.»
Synoniemen
- [1]: flat, jamn
- [2]: vassrett
Antoniemen
- krum
Schrijfwijzen
m [A] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planen | planar | planane |
Zelfstandig naamwoord
[A] plan m
- «Han har planar om å bli prest.»
- Hij heeft plannen om priester te worden.
- «Han har planar om å bli prest.»
Afgeleide begrippen
- [1]: generalplan
- [2]: byplan
- [2]: læreplan
- [2]: framtidsplan
- [2]: reguleringsplan
o [B] |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | plan | planet | plan | plana |
Zelfstandig naamwoord
[B] plan o
- (horizontaal) vlakte
- plan, niveau, verdieping
- «Romma ligg i same planet.»
- De kamers liggen op dezelfde verdieping.
- «Romma ligg i same planet.»
Afgeleide begrippen
- [2]: lokalplan
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.