speelplan

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelplan speelplannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

speelplan o

  1. voornemen hoe en waar men speelvoorzieningen gaat neerzetten
    • De gemeente heeft een nieuw speelplan voor Het Nijrees gepresenteerd. De tieners in de wijk krijgen een speelplek aan de Wintertuin waar een trapveld moet komen, beschermd door een aarden wal. Maar nog is niet iedereen tevreden. [1] 
  2. manier van spelen
    • 'Het was net niet goed genoeg', zei Boeljon over haar laatste ronde. 'Ik heb gespeeld zoals ik altijd speel met hetzelfde speelplan. Ik ben tevreden over mijn spel de laatste maanden, maar mijn spel was vandaag net niet top', aldus de Nederlandse, die zich nu weer gaat richten op de toernooien op de Amerikaanse tour LPGA. [2] 
    • FC Twente gaat zondag tegen Willem II naar alle waarschijnlijkheid voortborduren op het speelplan waarmee woensdag De Graafschap met 4-2 werd verslagen. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid
  • Het woord speelplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. Tubantia 27-09-11 Verdeelde reacties op speelplan Nijrees
  2. Tubantia 26-05-13 Engelse Clyburn sterkste in winderig Badhoevedorp
  3. Tubantia 19-12-14 FC Twente bouwt verder op ‘Vijverberg-concept’
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.