flat
Nederlands
Woordafbreking
- flat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gebouw met woningen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flat | flats |
verkleinwoord | flatje | flatjes |
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- flatgebouw, flatland, flatneurose, flatscreen, flatsquare, flatwacht, flatwijk, flatwoning
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord flat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'flat' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.